De wetenschap legt uit: groen maakt gelukkig 🙂

Bomen en planten geven leven aan je omgeving, ze voegen daardoor energie toe. Ze verbinden je met de natuur en brengen je dichter bij jezelf. Je voelt je vitaler, meer ontspannen en positiever.

Bewegen is goed voor je immumsystheem

Bewegen, extra belangrijk in een moeilijke tijd, zoals de corona crisis

Gezonde effecten door in de natuur te zijn of er naar te kijken

Door buiten in het groen te zijn, kom je ook nog eens vaker mensen tegen. Je bent minder eenzaam en wordt socialer, aldus Agnes van den Berg (onderzoeker aan de RUG). In de rol van omgevingspsycholoog en hoogleraar natuurbeleving heeft zij zich gespecialiseerd in de gezonde effecten van natuur en groen op mensen.

Lees meer

Sinds 2012 heeft Agnes van den Berg haar eigen onderzoeksbureau “Natuurvoormensen”. Via dit onderzoeksbureau doet zij onderzoeksopdrachten en geeft adviezen en lezingen.

De natuur helpt je helder na te denken en je beter te concentreren – Agnes van den Berg

Je hoeft niet perse actief te zijn in de natuur om de gezonde effecten daarvan al op te merken. Zomaar zitten in een groene omgeving doet een mens al goed. Al lijkt bewegen in de natuur minder moeite te kosten en makkelijker is vol te houden. Uitkijken op een stukje natuur helpt ook, maar als je echt naar buiten gaat om te bewegen dan voel je de wind door je haren gaan en ruik je het weiland.

Het gaat om de totale zintuigelijke beleving van in de natuur zijn. Ook het idee dat je onderdeel uitmaakt van iets groters dan jezelf, de natuur, kan echter enorm relativeren en troostend werken. Veel is er niet voor nodig om dat gevoel van verbondenheid te ervaren. De natuur kan psychische en mentale weerbaarheid ondersteunen, door het maken van een boswandeling.

Het maakt feitelijk niet uit waar je bent, aldus buitenpsycholoog Inrina Poleacov (psycholoog). Strand, bos, hei of park: in die natuurlijke omgeving zitten dezelfde patronen die voor je brein voorspelbaar en herkenbaar zijn en die voor rust, ontspanning en kalmte zorgen. Dat is ook wat mensen ervaren als ze de natuur in stappen. Voor het gros van ons kan het echt een medicijn zijn. Inrina Poleacov is mede oprichter van “De buitenspychologen” en gespecialiseerd in wandeltherapie.

Het weer maakt je weerbaarder – Inrina Poleacov

Wanneer je opgroeit in de natuur en elke dag aan de weerselementen blootstaat maakt dat je weerbaarder. Wanneer je naar school of naar je werk moet fietsen door regen, wind, kou of sneeuw wordt je daar niet alleen lichamelijk sterker van, maar ook geestelijk. Dat ondanks alles je veilig aankom en je de weg weet te vinden versterkt je zelfvertrouwen. Het vergroot je stevigheid en daarmee je natuurlijk evenwicht, aldus Inrina Poleacov. Bron: GezondNu, mei 2019 op http://www.agnesvandenberg.nl

Wandelen is goed voor je brein

Meer groen in en om de stad

Recreatie in het groen is belangrijk voor de volksgezondheid in Nederland. De afgelopen decennia is de aanleg van ‘gezond groen’ achtergebleven bij de groei en veranderde samenstelling van de stedelijke bevolking. De Gezondheidsraad adviseert in en om steden meer groen voor recreatie aan te leggen. De Omgevingswet biedt gemeenten de gelegenheid om dit groen in te passen in hun plannen voor een gezonde, duurzame en klimaatbestendige stad.

Lees meer

Zoals al langer bekend is, zijn met groene recreatie positieve gezondheidseffecten te bereiken. Nieuw zijn cijfers waaruit blijkt dat er een stijgend tekort is aan gelegenheden voor groene recreatie in de stedelijkeomgeving. Dat tekort wordt alleen maar groter aangezien de bevolking verder groeit en vergrijst, waardoor meer mensen meer tijd hebben om buiten te verpozen.

Volgens de Gezondheidsraad zijn er wettelijk geen beletsels om de mogelijkheden voor ‘groene recreatie’ in de stedelijke omgeving uit te breiden. De Omgevingswet biedt gemeenten in Nederland daartoe alle ruimte. Meer gezond ‘groen’ in en om de stad is volgens de raad niet alleen gezond, maar helpt ook bij de waterberging en verkoeling bij hittegolven. Bron: De publicatie Gezond groen in en om de stad (nr. 2017/05) op http://www.gezondheidsraad.nl